Wat is de definitie van onderwerp? Het onderwerp van een zin is de persoon, plaats, ding of idee die de actie uitvoert.
Wat is het onderwerp?
op het meest basale niveau bevat een zin twee delen: een onderwerp en een predicaat. Het onderwerp bevat het zelfstandig naamwoord dat de in het predicaat beschreven actie uitvoert.
voorbeelden van Zinonderwerpen
laten we eens kijken naar enkele voorbeelden van zinnen in Engelse zinnen.
- Janet waste de auto.,
- Janet = onderwerp
- Washed = uitgevoerde actie
- Chris werkte van zonsopgang tot zonsondergang.
- Chris = onderwerp
- gewerkt = actie uitgevoerd.
Simple Subject, Complete Subject, Compound Subject
Simple subjecten verwijzen alleen naar het zelfstandig naamwoord dat de actie uitvoert en geen andere woorden die dat zelfstandig naamwoord beschrijven:
- het meisje met de blauwe ogen dat op het klimrek wordt gespeeld.,
- meisje = eenvoudig onderwerp dat de actie uitvoert = gespeeld
volledige onderwerpen omvatten het zelfstandig naamwoord dat de actie uitvoert en eventuele descriptoren van dat zelfstandig naamwoord:
- het harige, drieogige monster maakte de jonge jongen bang.
- Het harige, drieogige monster = volledig onderwerp dat de actie uitvoert = scared
samengestelde onderwerpen zijn degenen waarin twee zelfstandige naamwoorden de actie uitvoeren:
- Chris en Janet lezen graag stripboeken.,
- Chris, Janet = samengesteld onderwerp dat de actie uitvoert = read
proefpersonen maken geen deel uit van een Voorzetselzin
een ding om voorzichtig mee te zijn is om geen voorzetselzinnen met je onderwerp op te nemen. Deze zinnen worden gebruikt om extra informatie te verschaffen en maken geen deel uit van het onderwerp van de zin.
- De boom in het park was erg hoog.,
- Tree = onderwerp
- Was very tall = predicaat
- In the park = voorzetselzin
- Garcia verkocht gebruikte auto ‘ s.
- Garcia = onderwerp
- verkocht = actie
- Jennifer was lang en slank.
- Jennifer = onderwerp
- lang, slank = beschrijvingen
- De jongen die de afscheidsrede had toegepast op verschillende universiteiten
- Boy = subject
- Who was the valedictorian = identifier
- De jongen werd toegelaten tot de Politieacademie.
- Boy = subject
- werd geaccepteerd = actie gedaan aan subject door de Politieacademie
- de leraar gaf les aan de leerlingen.,
- Teacher = subject
- onderwezen = werkwoord
- studenten = object
- Jennifer heeft de blinds afgestoft.
- Jennifer = subject
- Dusted = werkwoord
- Blinds = object
- Openbaar universitair onderwijs stijgt elk jaar.,
- collegegeld = onderwerp
- stijgingen = werkwoord
onderwerp in verschillende zinnen
Hier zijn enkele voorbeelden van onderwerpen die op verschillende manieren worden gebruikt.
het onderwerp voert een actie uit:
het onderwerp wordt beschreven:
het onderwerp wordt geïdentificeerd.,
het subject heeft een actie uitgevoerd.
gebruikelijk Zinsformaat
het gebruikelijke zinsformaat bevat een onderwerp, werkwoord en object.
samenvatting: Wat zijn onderwerpen?
definieer onderwerp in het Nederlands: het onderwerp van een zin is dat zelfstandig naamwoord dat iets doet of is. Het is belangrijk om het werkwoord in de zin te identificeren en jezelf af te vragen met welk zelfstandig naamwoord het is verbonden.
laatste voorbeeld: