Les

El pretérito perfecto

El pretérito perfecto de indicativo wordt in het Spaans gebruikt om acties uit te drukken die mensen hebben gedaan of gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden, die nog steeds worden gezien als in het heden of waarvan de resultaten het heden of de toekomst beïnvloeden. Het is in zijn gebruik en vorm identiek aan de tegenwoordige volmaakte tijd in het Engels.

de Spaanse tegenwoordige tijd wordt gevormd door de tegenwoordige tijd van haber te koppelen aan het voltooid deelwoord van het werkwoord waarvan de handeling wordt beschreven., Het voltooid deelwoord wordt op zijn beurt gevormd door het nemen van de infinitief, het verwijderen van de-ar,- er,- ir en het toevoegen van de eindes-ado,- ido,- ido, respectievelijk.

net als in het Nederlands zijn er een aantal tijdzinnen die gebruikt worden in zinnen samen met de perfecte tijd:

ESTE mes, año, fin de semana, verano, invierno, etc. (deze maand, jaar, weekend, zomer, winter)

ESTA semana, tarde, noche, mañana, primavera, enz., (deze week, in de middag/avond -, nacht -, ochtend -, lente)

nunca = nooit || alguna vez = aantal keer || hace un rato = een tijdje geleden

últimamente/recientemente = recent || frecuentemente = frequently

una vez = eens || pocas/muchas veces = een enkele/vele malen

ya = al || todavía = nog

Hoe te gebruiken El pretérito perfecto: laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:

Esta semana Ramón ha trabajado hasta muy laat. → Ramón heeft gewerkt tot zeer laat deze week.,

Ana en Jose hebben hun werk vanmorgen geleverd. → Ana en José hebben vanmorgen hun paper ingediend.

Ik heb Shakira ‘ s nieuwe nummer nog niet gehoord. → Ik heb het laatste nummer van Shakira nog niet beluisterd.

Daniel en ik hebben meerdere keren samen gedateerd. → Daniel en ik zijn een paar keer uit geweest.

vandaag At je te veel op Lucia en Rui ‘ s bruiloft. → Vandaag heb je te veel gegeten op Lucia en Rui ‘ s bruiloft.,

Nunca he estado en fuera de España. → Ik ben nog nooit buiten Spanje geweest.

onregelmatig voltooid deelwoord:

Het is niet verwonderlijk dat verschillende Spaanse werkwoorden met hoge frequentie een onregelmatig voltooid deelwoord hebben. Hier zijn de meest voorkomende:

Hier zijn enkele voorbeelden:

Tu madre te ha dicho que cojas el paraguas. → Je moeder heeft gezegd om de paraplu te nemen.

Mis hermanos han vuelto de su viaje a Cuba. → Mijn broers zijn terug van hun reis naar Cuba.heeft u de puesto las llaves del coche gezien? → Waar heb je de autosleutels gelaten?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Spring naar toolbar