28Last maar niet in het minst: de Oost-en Centraal-Europese landen het doorbreken van het Sovjet-imperium moet beperkt door de scherpe concurrentie die uitbrak tussen hen vanaf het eerste moment van politieke verandering, en aangepast aan hun strategieën en tactieken voor onderhandelingen met het Westen. Het is niet waar dat de “systeemveranderende” landen geen onderhandelingspositie hadden., Zoals hierboven vermeld, hadden zij uitstekende goedkope arbeid, vertegenwoordigden zij gezamenlijk een belangrijke vraagmarkt en bezaten zij ten minste gedeeltelijk waardevolle productiemiddelen.29dus, gegeven een andere evolutie van de hierboven genoemde componenten, zou er een alternatief kunnen zijn geweest voor het ‘bestaande kapitalisme’ van de regio, dat alle nadelen van het kapitalisme combineert zonder enige van zijn werkelijke voordelen (Szalai, 2001; 2003a; 2003c)., Een meer organisch (en mogelijk langer) proces van transformatie, beter aangepast aan de neiging van individuen en groepen voor vernieuwing en verandering, had kunnen plaatsvinden, en als gevolg daarvan, misschien een meer evenwichtige sociale structuur, met minder ongelijkheid en minder onrecht, had kunnen worden geboren uit deze arbeid.