Brief van Paulus aan de Filippenzen, ook wel Epistel van Paulus de Apostel aan de Filippenzen, de afkorting Filippenzen, elfde boek van het Nieuwe Testament, geschreven door Paulus de Apostel aan de Christelijke gemeente die hij had gesticht in Filippi. Het werd geschreven toen hij in de gevangenis zat, waarschijnlijk in Rome of Efeze, ongeveer 62 n.Chr., In zijn huidige canonieke vorm is Filippenzen volgens verschillende geleerden een latere verzameling fragmenten van de correspondentie(s) van Paulus met de congregatie in Filippi.
Lees meer over dit onderwerp
bijbelse literatuur: de brief van Paulus aan de Filippenzen
in zijn huidige canonieke vorm Filippenzen is, volgens verschillende geleerden, een latere verzameling fragmenten van de correspondentie van Paulus…,omdat Paulus bang was dat zijn executie nabij was, maar toch hoopte hij de Filippenzen weer te kunnen bezoeken, legt hij uit dat hij gevangen zat voor het prediken van het evangelie van Christus. Hoewel hij de dood om Jezus’ wil verwelkomt, is hij even bezorgd om zijn apostolaat voort te zetten. Paulus spoort zijn lezers aan standvastig te blijven in hun geloof en de nederigheid van Christus na te volgen, die “zichzelf ledigde” en “gehoorzaam werd tot de dood, ja, de dood aan het kruis” (2:7-8). Exegetes geloven over het algemeen dat deze veel geciteerde passage is overgenomen uit een vroegchristelijke hymne., Paulus dringt er verder bij de Filippenzen op aan “hun eigen redding uit te werken met vrees en beven” (2:12), woorden die vaak door theologen worden aangehaald in het bespreken van de rol van de vrije wil in het verkrijgen van persoonlijke verlossing.